Volkswagen Kübelwagen

Volkswagen Kübelwagen
Type	Militaire personenwagen
Land van herkomst	Duitsland
Bouwfirma	Stadt des KDF-Wagens (vandaag: Volkswagen Wolfsburg)
Ontwerp	Ferdinand Porsche
Productie (ontwerp / productie / in dienst)	1936 / 1940-1945 /
Gebruiker(s)	Duitse leger
Specificatie: Type 82
Afmetingen (lengte / breedte / hoogte)	3,74 m. / 1,60 m. / 1,65 m. met kap.
Gewicht	715 kg.
Motor(en)	4 cilinder luchtgekoelde boxermotor van 17,5 kW (985 cc.) of 19 kW (1131 cc.)
Prestaties (snelheid / bereik)	80 km/u / 400-450 km.
Bewapening	Geen
Doorwaaddiepte
Hellingshoek
Verticaal obstakel
Overschrijdend vermogen
Bemanning	1 + 3
Gebouwd	50.435
Gebruik (Landen)	Duitsland

Een van de beroemste militaire voertuigen uit de Tweede Wereldoorog was de Volkswagen Kübel (Tobbe), de Duitse tegenhanger van de Amerikaanse Jeep. De fundamenten werden in 1933 gelegd toen Adolf Hitler, die juist Kanselier was geworden, aan twee auto-ontwerpers (dr. Ferdinand Porsche van Auto-Union en Werlin van Mercedes-Benz) opdracht gaf tot het ontwerpen en snel produktieklaar maken van een betrouwbare en betaalbare auto voor de bevolking. In januari van het jaar erop werd het prototype van deze 'Volkswagen' gepresenteerd. Van 1935 tot 1938 verschenen nieuwe prototypes en werden twee voorseries van 30 stuks met een luchtgekoelde 1000 cc benzinemotor gebouwd. De nieuwe auto zou in produktie gaan zodra de speciaal ervoor geplande fabriek in Wolfsburg gereed zou zijn. Dat was het geval in 1938 en de produktie begon in maart 1940. Tegen die tijd hadden een kwart miljoen Duitsers 1000 Reichsmark neergeteld als aanbetaling.

In 1936 verscheen ook het eerste ontwerp voor een terreinvoertuig op basis van de Volkswagen, de Type 62. Toen in 1938 na de annexatie van Tsjechoslowakije werd besloten dat de Volkswagen het enige nieuwe lichte personeels-voertuig van de Duitse strijdkrachten zou worden, waren enkele aanpassingen aan het ontwerp nodig. Aldus ontstond de Type 82. De eerste exemplaren werden ter evaluatie aan het leger aangeboden. De reacties waren niet onverdeeld gunstig. Het leger oordeelde dat een watergekoelde motor nodig was en meende dat alleen een 4x4 voldoende terreinvaardigheid zou hebben. Toch werden enkele voertuigen bij tankeenheden ingedeeld tijdens de invasie van Polen in september 1939. Ze bleken zeer goed te voldoen en waren ten minste zo terreinvaardig als andere, pure terreinvoertuigen.

De produktie ging al van start voordat de fabriek in Wolfsburg helemaal gereed was. De civiele produktie werd op de lange baan geschoven en de carrosseriepanelen moesten voorlopig in een fabriek in Berlijn worden gemaakt. De auto was uitermate licht en gemakkelijk te onderhouden. Hij werd zo goedkoop mogelijk geproduceerd. In veel opzichten deed de Volkswagen denken aan de Jeep. Hij had een dwarse torsiestaafvering en een transmissie met een automatisch sperdifferentieel die zeer goed voldeed in het terrein. Na enige aanloopmoeilijkheden groeide de luchtgekoelde Volkswagen Type 1 boxermotor uit tot een zeer betrouwbare krachtbron, die in zijn oorspronkelijke vorm 17,9 kW leverde. De motor werd later vergoot tot 1100 cc en leverde toen 18,6 kW. Deze motor werd in alle versies vanaf maart 1943 igebouwd. De Type 82 was zeer gemakkelijk te onderhouden en voldeed aan alle eisen die het leger eraan stelde, met name in de Noord-Afrikaanse Woestijn en op de uitgestrekte vlaktes van de Westelijke en Zuidelijke USSR. Daar was de Type 82 een van de weinige voertuigen die vooruit kwamen over de rasputitsa (modder) in de lente en herfst zonder vast te lopen. En zelfs als dat gebeurde, was het voertuig zo licht dat twee man hem doorgaans wel weer in beweging kregen.

De militaire versie had een carrosserie van plaatmetaal met een opvouwbare kap. Het voertuig had vier deuren. De dragende delen van de carrosserie bestonden uit stalen buizen. De viercilinder boxermotor lag plat achter de achteras. Het chassis had als een 'ruggegraat' een stalen buis, die zich naar achteren vertakte. Staalplaat aan weerszijden droeg de carrosserie. De vooras bestond uit een stalen buis met daarin de beide torsiestaven van de vering. Aan weerszijden van het differentieel zaten kruiskoppelingen waarop de beide achterassen aangesloten waren. De achterwielen waren in de dwarsrichting gestabiliseerd vanaf het differentieelhuis. Door middel van hulptandwielkasten in elk achterwiel zaten de beide halve assen hoger dan de wielnaven, waardoor de auto extra grondspeling had. Alle vier de wielen waren onafhankelijk geveerd en de achtervering had dubbel werkende hydraulische schokbrekers. De besturing was van het conventionele tandbeugeltype. De mechanische remmen werden met remkabels bediend en hadden trommels met een dubbele hefboomwerking. De Volkswagen had een enkelvoudige droge plaatkoppeling en een overdrive op de vierde versnelling. De benzinetank bevond zich voor het dashboard aan de rechterkant.

Er werd ook een gesloten variant uitgebracht, die de aanduiding Type 92 kreeg. Deze had van meet af aan de grotere motor. Toen medio 1944 de produktie van de Type 82 werd beëindigd, waren er ongeveer 55.000 exemplaren gebouwd. Van de Jeep rolden tussen 1941 en het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 meer dan 600.000 van de band. Op 2 augustus 1940 werd besloten om het chassis 6 à 8cm te verbreden om aan de eisen voor verschillende body's te kunnen voldoen. Zo ontstond de Type 86. De normale Kübel was niet erg succesvol in de woestijn, en daarom werd een speciale tropenfeste versie ontwikkeld met onder meer grotere banden. De Kübel werd in Afrika vaak aangeduid als 'Deutshes Kamel'. Er werden tal van speciale varianten van de Kübel ontwikkeld, die merendeels daadwerkelijk bij de Wehrmacht hebben dienstgedaan.

Varianten

• Type 62: Prototype Kübelwagen, constructie vanaf 15 mei 1938, pre-productie modellen (1939) werden tijdens de invasie van Polen getest.

• Type 67: Uitgerust met twee stretchers, Type 60 Beetle chassis met een gemodificeerde Type 82 body

• Type 82/0: Basis vierzitter.

• Type 82/I: Driezits radiowagen.

• Type 82/2: Uitgerust met een sirene.

• Type 82/3: Verbouwde gepantserde commandowagen, met een machinegeweer boven de kap.

• Type 82/5: Kübelwagen chassis met de Type 60 LO Lieferwagen (open pickup) body, gebaseerd op de Beetle.

• Type 82/6: Tropische versie van de sedan.

• Type 82/7: Driezits Commandowagen op het Type 82 chassis, uitgerust met een Beetle body en oprolbare canvaskap. Deze driezitters hadden een passagiersstoel die volledig neerklapbaar was.

• Type 82/8: Type 82/0 met een open houten body

• Type 82/E: Kübelwagen chassis met een Beetle body

• Type 86: vierwiel aangedreven prototype

• Type 87: "Kommandeurwagen": Type 86 4×4 Kübelwagen chassis met een Beetle commandowagen body.

• Type 89: Uitgerust met een experimentele automatische versnellingsbak.

• Type 98: Beetle cabriolet body met de Kübelwagen 4×4 aandrijving.

• Type 106: Uitgerust met een experimentele automatische versnellingsbak. (niet dezelfde als bij de Type 89)

• Type 107: Uitgerust met een turbocharger

• Type 115: Uitgerust met een turbocharger

• Type 126: Uitgerust met een volledige gesynchroniseerde versnellingsbak (anders dan bij de Type 278)

• Type 155/1: Half-track / sneeuw-track Kübelwagen prototype.

• Type 157: Uitgerust om op rails te rijden, gebruikt voor de Types 82 en 87

• Type 164: Uitgerust met zes wielen, dubbele motor, met dubbele besturing prototype, enkel plannen.

• Type 177: Uitgerust met een vijf-versnellingsbak.

• Type 179: Uitgerust met een Volkswagen injectiemotor

• Type 179-F: Later geupdated naar de Schwimmwagen

• Type 198: Uitgerust met een hulpversnellingsbak voor het kunnen starten van Gepantserde voertuigen.

• Type 235: UItgerust met een electro motor

• Type 239: Uitgerust met een hout-gas generator bevestigd op de neus (ook bekend als Type 230)

• Type 240: Uitgerust om op flessengas te rijden.

• Type 276: Type 82 uitgerust met een trekhaak om een licht kanon te trekken.

• Type 278: Uitgerust met een gesynchroniseerde versnellingsbak.

• Type 307: Uitgerust met een heavy-duty carburator

• Type 309: Prototype uitgerist met een dieselmotor

• Type 331: Prototype uitgerust met een op acetylene gas draaiende motor (ook bekend als Type 231)

• Type 332: Uitgerust met een op kolen gestookte motor.