Militaria Wiki
Advertisement
Flak 40
Flak40

Type

Luchtdoelkanon

Land van herkomst

Duitsland
Bouwfirma Rheinmetall-Borsig
Ontwerp Rheinmetall-Borsig
Productie (ontwerp / productie / in dienst) 1937 / 1942 / 1942-1945
Gebruiker(s) Nazi-Duitsland
Specificatie

Afmetingen (lengte getrokken loop / lengte loop / Totale lengte / hoogte) 6,47 m / 7,835 m /  15 m / 3,9 m
Gewicht (transport / vuurklaar / statisch) 27.000 kg / 17.000 kg / 13.000 kg
Kaliber 128-mm
Mondingssnelheid 880 m/sec.
Vuursnelheid 12 schoten per minuut (25 voor de Flakzwilling)
Aanvoer
Elevatie -3° tot +88°
Traverse 360°
Plafond 14.800 m
Granaatgewicht 26 kg
Munitie

Standaard: 12.8cm Aprgr Patr L/425 Flak 40

Met tijdsontsteking: 12.8cm Br Schr Flak 40

Antitank: 12.8cm Pzgr Patr L/425 Flak 40

Experimenteel: 12.8 cm R GR H/65

Gebouwd 1125
Gebruik (Landen) Duitsland

Het idee om een Duits 128-mm luchtdoelkanon te produceren, werd voor het eerst geopperd in 1936, toen Rheinmetall werd benaderd voor de productie van een ontwerp dat toen Gerät 40 heette. De voortgang van het project kreeg geen al te hoge prioriteit, en pas in 1940 was het eerste prototype gereed. Tegen die tijd was het de bedoeling dat de Gerät 40 een wapen voor het veldleger zou worden, maar toen de legertop zag hoe enorm groot en zwaar het kanon was geworden, werd besloten om het slechts een statische rol te geven. Het wapen ging in productie als de 12,8-cm Flak 40.

Tegen die tijd waren ook al plannen ontwikkeld voor een mobiele versie, en de eerste zes kanonnen werden dan ook op rijdende affuiten geplaatst. De Flak 40 was zo groot dat het onmogelijk was om het kanon in één keer te verplaatsen over meer dan alleen zeer korte afstanden. Daarom werd het systeem standaard in twee delen uiteen genomen. Zelfs dat was echter erg onhandig, en later werd toch maar weer gekozen voor één stuk. Latere versies werden alleen voor statische opstellingen geproduceerd. De Flak 40 voldeed als luchtafweergeschut zo goed dat het wapen rondom de belangrijkste productie- en bevolkingscentra zoals Berlijn en Wenen werden geplaatst. Er werden speciale Flaktorens gebouwd om ze optimaal te gebruiken en er bestond ook een spoorversie om de logge wapens enige mobiliteit te geven.

De productie van de statische versie begon in 1942, maar het wapen was zo kostbaar en complex dat er in januari 1945 slechts 570 operationeel waren, bijna allemaal binnen de grenzen van Duitsland zelf. De enige plek buiten Duitsland waar 12,8-cm Flak 40 is opgesteld geweest is in de stelling " Fiemel " Marine Flak Batterij Termunten, in het uiterste noordoosten van Nederland.

Gespiegeld[]

Kort nadat de massaproductie op gang kwam, werd een dubbele versie van de Flak 40 in gebruik genomen: de 12,8-cm Flakzwilling 40. Deze bestond uit twee 12,8-cm kanonnen naast elkaar op dezelfde affuit en uitgerust met een gespiegeld laadsysteem. Deze machtige kanoncombinaties werden alleen op speciale Flaktorens rond de belangrijkste bevolkingscentra opgesteld en waren zo duur en moeilijk te produceren dat er nooit veel exemplaren van verschenen. In februari 1945 waren er slechts 33 in gebruik. De Flakzwilling (Flak-tweeling) werd in gebruik genomen toen de geallieerde bommenwerpervloten maar bleven aanzwellen. Ondanks intensieve inspanningen om kanonnen van 150 en zelfs 240 mm te ontwikkelen, haalden maar weinig ontwerpen het prototype-stadium. De dubbelloops Flakzwilling 40 was een poging om de vuurkracht tegen de geallieerde bommenwerpers te intensiveren. Het wapen bleek een uitstekend stuk luchtdoelgeschut te zijn.

Toen de oorlog ten einde liep, waren de oorspronkelijke mobiele Flak 40's nog steeds in gebruik, vooral op speciale treinen.

Varianten[]

  • 12,8-cm Flak 40: Standaardmodel.
  • 12,8-cm Flak 40 Zwilling: Dubbelloops luchtdoelkanon, vooral gebruikt op Flaktorens.
  • 12,8-cm Pak 40: Anti-tankkanon.
Advertisement