Militaria Wiki
Advertisement
de Havilland Mosquito
Mos

©Daniël Brackx - Belgische de Havilland DH.98 Mosquito NF.30 MB-11 KT-O van No.11 Night Fighter Squadron

Type Lichte bommenwerper
Land van herkomst Groot-Brittannië
Bouwfirma de Havilland Aircraft Company
Ontwerp Geoffrey de Havilland, R.E. Bishop en C.C. Walker
Productie (eerste vlucht / In gebruik / in dienst) 1940 / 1941 / 1941-1955 (België: tot 1957)
Gebruiker(s)
Specificatie: Mosquito B.Mk IV Serie II

Afmetingen (lengte / spanwijdte / hoogte / vleugeloppervlak) 12,40 m. / 16,50 m. / 4,70 m. / 42,20 m².
Gewicht (leeg / max. startgewicht) 5942 kg. / 10.152 kg.
Motor(en) 2x Rolls-Royce Merlin 21 V-12 vloeistofgekoelde zuigermotor van 918 kW (1230 pk.)
Prestaties (snelheid / plafond / bereik) 612 km/u / 10.363 m. /3283 km.
Bewapening 4x 20-mm Hispano-Suiza HS.404 machinegeweren in de romp, 4x 7,7-mm Browning machinegeweren in de neus.
Bemanning 2
Gebouwd 7781
Gebruik (Landen) Groot-Brittannië, België, Canada, China, Tsjechoslowakije, Dominicaanse Republiek, Frankrijk, Haïti, Israël, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Polen, Zuid-Afrika, Rusland, Zweden, Zwitserland, Turkije, Australië, Verenigde Staten, Joegoslavië

In oktober 1938 begon een ontwerpteam onder leiding van Geoffrey de Havilland, met R.E. Bishop en C.C. Walker, aan een lichte bommenwerper die geheel uit hout zou bestaan. De keuze viel op hout omdat tijdens de op handen zijnde oorlog de vraag naar strategisch belangrijke materialen onvermijdelijk groot zou zijn, en om de meubelindustrie bij de oorlogsproductie te betrekken. Nadat in 1940 een bestelling voor vijftig toestellen volgde, te bouwen volgens Specificatie B. 1/40, vloog het eerste prototype van de de Havilland Mosquito Mk I op 25 november 1940 voor het eerst. Hij werd voortgestuwd door twee 1090 kW Merlin 21 motoren. Meteen vanaf het prille begin presteerde het toestel uitmuntend. Hij was sneller dan de onderscheppingsjagers van de RAF uit diezelfde tijd.

Van de eerste productiereeks werden er tien stuks geconverteerd tot de de Havilland Mosquito B.Mk IV Serie I. Dit waren lichte bommenwerpers met glazen neuzen en inwendige bommenruimen. De eerste van deze serie maakte op 8 september 1941 zijn eerste vlucht. De belangrijkste productieversie was de de Havilland Mosquito B.Mk IV Serie II, met Merlin 21, 22, 23 of 25 motoren in verlengde gondels.

No.105 Squadron van No.2 Bomber Group, dat destijds op de RAF-luchtmachtbasis in Marham gestationeerd was, ontving in het voorjaar van 1942 zijn eerste Mosquito B.Mk IV's. Hun eerste missie was naar Keulen, op 31 mei 1942. Dit was de ochtend na de eerste duizend-bommenwerperaanval. De bemanningen hadden geleerd om de snelheid van de Mosquito uit te buiten om te ontkomen aan vijandelijke jagers, want het type was geheel onbewapend. Missies bij daglicht op lage hoogte met duiknaderingen naar het doel bleken al gauw het sterkste punt van de Moquito bommenwerper. Een van de eerste grote bombardementen van No.105 Squadron was een gedurfde aanval op het Gestapo hoofdkwartier in Oslo.

De vraag naar Mosquito's als verkenningstoestel en nachtjager was echter zo groot, dat de bommenwerpereenheden zich maar traag formeerden. In de herfst van 1942 werkte No.139 Squadron zich in met Mosquito's B.Mk IV's. Zowel No.105 als 139 vlogen op 30 januari 1943 boven Berlijn en wekten woede en consternatie op tijdens een reeks toespraken van nazi-leiders. Zij vierden zojuist de aanstelling van de Führer als kanselier van het Derde Rijk. Verkennings- en bommenwerper-Mosquito's hingen in 1943 en 1944 voortdurend boven Duitsland en de bezette gebieden. De specialistische Jagdgruppen 25 en 50 werden in 1943 binnen de Luftwaffe geformeerd met opgepepte Messerschmitt Bf 109G-6 jagers, maar boekten weinig succes. Bij Bomber Command 54 werden de Mosquito B.Mk IV's aangepast met gebolde bommenruimen voor het vervoeren van een 4000-pond hogecapaciteitsbom (HC-bom). Ze deden dienst bij de Fast Night Striking Force en waren uitgerust met Oboe-navigatieapparatuur.

Canada bouwde de Mosquito B.Mk VII met 1057 kW Packard Merlin 31 motoren. Ook werden er 54 Mosquito B.Mk IX toestellen met extra bommenlading en Merlin 72 motoren geproduceerd. De meest efficiënte bommenwerpervariant was de Mosquito B.Mk XVI met een drukcabine, uitgebreide navigatieapparatuur en een gebold bommenruim. De Canadese dochteronderneming van de Havilland produceerde voordat de oorlog eindigde ook de Mosquito B.Mk XX en de Mosquito B.Mk 25.

Varianten[]

  • Mosquito Mk I: Prototype.
  • Mosquito PR.Mk IV: Foto verkenner ontwikkeld uit de B.Mk IV.
  • Mosquito FB.Mk VI: Jachtbommenwerper voor verrassingsaanvallen ver in het vijandelijke gebied, ontwikkeld uit het F.Mk II jager-prototype.
  • Mosquito B.Mk VII: In Canada gebouwde uitvoering, gebaseerd op het B.Mk V prototype.
  • Mosquito PR.Mk VIII: Verkenningstoestel met Merlin motoren met tweetraps compressoren, identiek aan de B.Mk IV.
  • Mosquito PR.Mk IX: Definitieve verkenningsversie.
  • Mosquito B.Mk IX: Bommenwerper voor grote hoogte, identiek aan de PR.Mk IX.
  • Mosquito NF.Mk XII: Nieuwe aanduiding voor de NF.Mk II's na installatie van een in het centimetrische bereik werkende AI Mk VIII radar.
  • Mosquito NF.Mk XIII: Nieuwe productie nachtjager, identiek aan de NF.Mk XII conversies.
  • Mosquito NF.Mk XV: Nachtjager voor grote hoogte.
  • Mosquito B.Mk XVI: Een B.Mk IX versie, uitgerust met een drukcabine.
  • Mosquito PR.Mk XVI: verkenningsvariant van de B.Mk XVI.
  • Mosquito NF.Mk XVII: Nieuwe aanduiding van NF.Mk II conversies na installatie van een in Amerika ontwikkelde AI Mk X radar.
  • Mosquito FB.Mk XVIII: Ontwikkeling van de FB.Mk VI, voorzien van een Molins 57-mm antitankkanon, voornamelijk ingezet bij onderzeebootbestrijding.
  • Mosquito NF.Mk XIX: Ontwikkeling tot nachtjager van de NF.Mk XIII met universele neus, waarin zowel een Britse als een Amerikaanse AI radar kon worden gemonteerd.
  • Mosquito B.Mk XX: In Canada gebouwd bommenwerper-equivalent van de B.Mk IV.
  • Mosquito FB.Mk 21: Een in Canada gebouwde equivalent van de T.Mk III.
  • Mosquito B.Mk 25: Een in Canada gebouwde ontwikkeling van de B.Mk XX.
  • Mosquito FB.Mk 26: Een in Canada gebouwde ontwikkeling van de B.Mk 21.
  • Mosquito T.Mk 27: Een in Canada gebouwde ontwikkeling van de T.Mk 22.
  • Mosquito T.Mk 29: Aanduiding voor een klein aantal trainers die waren omgebouwd van FB.Mk 26's.
  • Mosquito NF.Mk 30: Nachtjager voor grote hoogte.
  • Mosquito PR.Mk 32: Verkenningsversie voor operaties op grote hoogte.
  • Mosquito TR.Mk 33: Marine-uitvoering, torpedobommenwerper/verkenningsjager (Sea Mosquito) voor operaties vanaf vliegdekschepen, identiek aan de FB.Mk VI, maar op detailpunten gewijzigd en voorzien van een landingshaak en opvouwbare vleugels.
  • Mosquito PR.Mk 34: Verkenningsversie met een groter bereik.
  • Mosquito B.Mk 35: Ontwikkeling van de B.Mk XVI voor operaties op grote hoogte en met een vergroot vliegbereik, voorzien van een drukcabine. Enkel naoorlogse dienst.
  • Mosquito NF.Mk 36: In grote lijnen identiek aan de NF.Mk 30, bestemd voor operaties op grotere hoogtes.
  • Mosquito TR.Mk 37: Variant van deTR.Mk 33, uitgerust met in Groot-Brittannië geproduceerde radar.
  • Mosquito NF.Mk 38: Identiek aan de NF.Mk 30, maar uitgerust met in Groot-Brittannië geproduceerde radar.
  • Mosquito TT.Ml 39: Nieuwe aanduiding voor B.Mk XVI's na conversie tot doelsleepvliegtuig voor dienst bij de Royal Navy.
  • Mosquito FB.Mk 40: In Australië gebouwde uitvoering van de FB.Mk Vi.
  • Mosquito PR.Mk 40: Aanduiding voor in Australië verrichte conversie van de FB.Mk 40 tot fotoverkenner.
  • Mosquito FB.Mk 41: Aanduiding toegekend aan een in Australië gebouwd prototype voor een jachtbommenwerper, die identiek was aan de FB.Mk 40.
  • Mosquito PR.Mk 41: Een in Australië gebouwd verkenningsvliegtuig, ontwikkeld van de PR.Mk 40.
  • Mosquito FB.Mk 42: Aanduiding voor een enkele Australische conversie van een FB.Mk 40.
  • Mosquito T.Mk 43: Een in Australië gebouwde trainer, identiek aan de T.Mk III.
Advertisement