Militaria Wiki
Advertisement

Vlak na de Tweede Wereldoorlog was er voor straaljagerontwerpers niets belangrijker dan zo snel mogelijk de magische grens van Mach 1 te doorbreken. De race werd gewonnen door de VS.

Sabre

De race om een supersonische jager won Amerika, met zijn North American F-100 Super Sabre. Het toestel kende echter nogal wat kinderziektes, zo hadden de vleugels de neiging om te vervormen.

Terwijl de zegevierende legers het einde van de Tweede Wereldoorlog vierden, waren de spanningen tussen het Westen en de Sovjet-Unie al voelbaar aan het toenemen. In 1946 sprak de voormalige Britse premier Winston Churchill over een 'ijzeren gordijn, dat over het continent (Europa) was gespannen'. De Koude Oorlog was begonnen.

Al snel ontbrandde een felle technologische concurrentieslag tussen beide nieuwe machtsblokken, die vooral gericht was op militaire hegemonie. Amerika leidde het Westerse blok, de USSR dat van het Oosten. Uiteraard speelden vliegtuigen een hoofdrol in de technologiewedloop, en het doorbreken van de geluidsmuur werd het symbool van de vroege inspanningen daarbij.

Op 14 oktober 1947 werden de VS het eerste land ter wereld dat officieel een supersonisch vliegtuig had. Op die dag haalde Charles 'Chuck' Yeager met de Bell X-1 Mach 1,06. Het was een indrukwekkende prestatie, maar de X-1 was een zuiver onderzoeksvliegtuig zonder enige militaire toepasbaarheid. North American, de recent opgerichte US Air Force en kort daarop de NACA (National Advisory Committee for Aeronautics, nationale adviescommissie voor lucht- en ruimtevaart) hadden toen echter ook al een jagerprototype ontwikkeld dat het potentieel had om 'door de geluidsmuur' te gaan. Er bestaan zelfs aanwijzingen dat North American testpiloot George Welch met de XP-86 - het prototype van de superieure F-86 Sabre - zelfs al eerder dan Yeager Mach 1 vloog. De XP-86 was alleen supersonisch in duikvlucht, maar het toestel had in tegenstelling tot de X-1 pijlvleugels, een technologie die uiteindelijk onmisbaar zou zijn voor supersonisch vliegen.

In Groot-Brittannië werd een hele serie slechte beslissingen genomen. Zo werd de experimentele Miles M.52 geannuleerd, die ongetwijfeld eerder dan de X-1 door de geluidsbarrière had kunnen gaan. Daarentegen ging veel geld naar de ontwikkeling van de Supermarine Swift en de Hawker Hunter jagers. De Hunter was alleen in duikvlucht een transsonisch toestel. Intussen werkten alle jagerontwerpers ter wereld verbeten door aan het grote doel: een jager die in horizontale vlucht duurzaam Mach 1+ kon halen. De annulering van een Hunter met Avon motor met naverbrander kostte Groot-Brittannië definitief de kans om als eerste een supersonische straaljager te hebben. De Britten hadden de leiding in vliegtuigbouwtechniek uit handen gegeven aan anderen. Pas in 1958 verscheen de snelle English Electric Lightning P.1 ten tonele.

Mig15

De MiG-19 was in vele opzichten superieur aan de Super Sabre. Hij werd iets later operationeel dan de F-100, maar versloeg hem op tal van punten.

Net als de Amerikanen en Britten maakten de Russen dankbaar gebruik van de expertise van Duitse wetenschappers uit de oorlog. Met name aerodynamica en de ontwikkeling van pijlvleugels speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van een supersonische jager. Tijdens de luchtoorlog boven Korea namen de Sabres het op tegen de Russische MiG-15 jagers, die formidabele tegenstanders bleken. De MiG was echter slecht bestuurbaar bij hoge snelheden en haalde ook in duikvlucht geen Mach 1. Pas met de komst van de MiG-17 had de USSR een echte transsonische jager, hoewel ook die alleen in een duik door de geluidsbarrière brak.

Terwijl de Amerikanen en Russen hun bestaande ontwerpen perfectioneerden, experimenteerden de Fransen met een serie veelal bizarre ontwerpen. Dat leverde veel gegevens op, maar geen enkel praktisch brukbaar vliegtuig. Intussen werkte Dassault aan een versie met pijlvleugels van zijn Dassault Ouragan jager. In 1952 werd het toestel met de naam Dassault Mystère II door een vlieger van de USAF getest, die er met gemak Mach 1 mee haalde in duikvlucht. Het toestel was gewaagd aan de Sabre en was zonder twijfel beter dan alles waar de Britten en de Russen over beschikten. Dassault vormde daarmee een serieuze concurrent voor Mikoyan-Gurevich en North-American in de jacht op een Mach-1 jager.

Viggen

De Saab Draken was een ongebruikelijk maar weergaloos ontwerp, dat de wereld versteld liet staan. Het stelde de prestaties van de supermachten in de schaduw.

In de VS werkte North-American aan een verbeterde North American F-86 Sabre. De North American F-100 Super Sabre had een scherpere pijlvleugel en een rankere romp dan de Sabre en had een veel sterkere turbojet met naverbrander. George Welsh ging er op 25 mei 1953 de lucht mee in en doorbrak bij zijn eerste vlucht al de geluidsmuur in horizontale vlucht. De race was gewonnen en de Super Sabre werd 's werelds eerste operationele jager die supersonisch was in horizontale vlucht. Dat betekende echter niet dat de race per definitie was gewonnen door de beste deelnemer.

Mikoyan-Gurevich had de MiG-17 verder uitgewerkt tot de MiG-19. Via een complexe serie ontwikkelingsstadia was de hoge stabilo van de MiG-17 omlaaggebracht, zonder dat de bouwer de 'flying tail' had toegepast die zo'n belangrijke rol speelde bij Amerikaanse ontwerpen. De SM-9 was een toestel dat even veel leek op de MiG-19 als de YF-100A leek op de F-100A. Het vloog voor het eerst op 5 februari 1954. Bij zijn tweede vlucht doorbrak hij met gemak de geluidsmuur en haalde al snel een snelheid van Mach 1,33.

Electric

De Lightning werd tijdens zijn hele carrière geplaagd door een gering vliegbereik, maar had een ongekende topsnelheid en klimvermogen.

Terwijl de Fransen Europa de weg wezen boven Mach 1, worstelden Britse vliegers nog met de snel achterop rakende Hawker Hunter en Hawker Swift. Het Britse ego werd gelukkig spoedig daarop hersteld met de komst van de P.1, die op 11 augustus 1954 voor het eerst supersonisch vloog in horizontale vlucht. Via een reeks prototypes evolueerde de P.1 tot de English Electric Lightning, een toestel dat zeer complex was en een dramatisch gering bereik had, maar spectaculaire prestaties leverde. In juni 1960 nam de RAF de Lightning in gebruik. Met één reuzensprong had het toestel de Mach 1 competitie achter zich gelaten door Mach 2+ te halen.

Ook op dit terrein hadden de Britten echter geen primeur, want de USAF vloog vanaf 1958 met de Lockheed F-104A Starfighter, hoe problematisch de eerste serie van dit toestel ook was. Frankrijk volgde in 1961 met de Dassault Mirage III en de USSR nam in 1959 de MiG-21F mondjesmaat in gebruik, hoewel pas in 1963 de MiG-21F-13 de eerste echt inzetbare Russische Mach 2 jager werd. De supersonische wedloop was fel geweest, maar de ware held uit deze pioniersperiode was wellicht het Zweedse bedrijf Saab. Als kleine vliegtuigbouwer in een relatief dunbevolkt land ontwikkelde Saab in alle rust zijn Saab J 35 Draken, die op 26 februari 1956 al voor het eerst supersonisch ging in horizontale vlucht. Vanaf maart 1960 was het toestel als Mach 2 onderscheppingsjager volledig operationeel.

Advertisement