Militaria Wiki
Advertisement
Loyd carrier
LC01

Type

bepantserd gevechtsvoertuig

Land van herkomst

Groot-Brittannië
Bouwfirma Vivian Loyd company
Ontwerp Vivian Loyd
Productie (ontwerp / productie / in dienst) 1939 / 1939-1941 / 1939-1960
Gebruiker(s) Britse leger en commonwealth, Nederlands, Deens en Belgisch leger (na-oorlogs)
Specificatie

Afmetingen (lengte / breedte / hoogte) 4,24 m / 2,06 m / 1,42 m.
Gewicht 4500 kg
Motor(en) een Ford V8 Side-valve benzinemotor van 85 pk (63 kW)
Prestaties (snelheid / bereik) 48 km/u / 193 km
Bewapening geen
Doorwaaddiepte
Hellingshoek
Verticaal obstakel
Overschrijdend vermogen
Bemanning variabel
Gebouwd 26.000

Gebruik (Landen)

Groot-Brittannië, Denemarken, Nederland, België.

De Loyd carrier werd in 1939 ontwikkeld door kapitein Vivian Loyd als een eenvoudig terreinrupsvoertuig, hij maakte gebruik van onderdelen van diverse voertuifabrikanten. Het voertuig was gebaseerd op de 762 kg Fordson 4x2 truck met rupsbanden en de vering van de Vickers lichte tanks. De carrier gebruikte een simpele Ford motor, radiateur, versnellingsbak en transmissie. De motor stond achter in het voertuig. Het voertuig had aandrijftandwielen voor, maar werd zowel op het aandrijfwiel voor als het spanwiel achter geremd. Dit gebeurde met hendels die zowel voor als achter aangrepen op een van de rupsbanden, afhankelijk van de richting die men wilde gaan. Dit moest voorzichtig gebeuren omdat men een rupsband snel kon beschadigen. Het voertuig was een simpele open doos. Toegang tot de chauffeurspositie was over de zijkant of via de achterkant, aan weerszijden van de motor. In 1939 kreeg kapitein Loyds bedrijf een order van 200 carriers. Oorspronkelijk was hij bedoeld als infanterievoertuig voor acht tot tien man, maar hij werd al snel gebruikt voor gespecialiseerde taken. Zo gebruikten verbindingstroepen hem voor het mechanisch leggen van kabels, en tankeenheden gebruikten de carrier als startvoertuig, omdat de Loyd carrier een accu haddie sterk genoeg was om tanks te starten en accu's op te laden. Men testte de carrier ook als mogelijke gemotoriseerde basis voor het 2pdr antitankkanon en de 25pdr houwitser. Hij werd vooral gebouwd en gebruikt bij infanteriebataljons als trekker van het 6pdr antitankkanon en de 107-mm mortier. Hij was gemakkellijk te onderhouden in het veld en geliefd bij de bemaning. De voertuigen werden tot 1941 gebouwd door de Vivian Loyd Company, maar toen de vraag toenam tijdens WO II werd de productie uitgevoerd door vijf verschillende firma's in verschillende landen, waarbij Ford de belangrijkste producent was. Ongeveer 26.000 zijn er tijdens de oorlog gebouwd. Dit flexibele voertuig werd door de Britten overal gebruikt.

Varianten[]

De carriers waren beschikbaar in drie nummers en twee marks.

  • No.1: Met een Britse Ford V8 motor.
  • No.2: Met een Amerikaanse Ford V8 motor.
  • No.3: Met een Canadese Ford V8 motor.
  • Mark I: Met een Bendix remsysteem.
  • Mark II: Met een Girling remsysteem.
    • Buiten de positie van de zittingen en pantserplaten was er weinig verschil tussen de varianten.
  • Tracked Personnel Carrier (TPC): Basisversie.
  • Tracked Towing (TT): Uitgerust met vijf zitplaatsen en munitiekisten op de rupsbescherming. Gebruikt voor het trekken van de 4.2 inch mortier, het QF 2 pdr en QF 6 pdr antitankkanon en het vervoeren van de geschutsbemanning.
  • Tracked Cable Layer Mechanical (TCLM): Gebruikt door het Britse Royal Corps of Signals, geen bepantsering aanwezig.
  • Tracked Starting and Charging (TS&C): Uitgerust met 30 volt en 12 volt DC generatoren en batterijen voor het opstartten van tanks, geen pantserplaten.
  • Tractor Anti-tank, MkI: Gebruikt voor het trekken van het QF 2-pdr antitankkanon.
Advertisement