| Pfalz D.III | |
|---|---|
| Type | Jachtvliegtuig |
| Land van herkomst | Duitsland |
| Bouwfirma | Pfalz Flugzeugwerke GmbH |
| Ontwerp | Rudolph Gehringer |
| Productie (eerste vlucht / In gebruik / in dienst) | 1917 / 1917 / 1917-1918. |
| Gebruiker(s) | |
| Specificatie: D.IIIa. | |
|
| |
| Afmetingen (lengte / spanwijdte / hoogte / vleugeloppervlak) | 6,95 m. / 9,40 m. / 2,67 m. / 22,17 m². |
| Gewicht (leeg / max. startgewicht) | 695 kg. / 933 kg. |
| Motor(en) | 1x Mercedes D.IIIa watergekoelde 6-cilinder lijnmotor van 130 kW (175 pk). |
| Prestaties (snelheid / plafond / bereik) | 165 km/u / 6000 m. / 400 km (2u30) |
| Bewapening | 2x 7,92-mm Maschinengewehr 08/15 gesynchroniseerde machinegeweren op de neus. |
| Bemanning | 1 |
| Gebouwd | +/- 1010 |
| Gebruik (Landen) | Duitsland, Turkije. |
De extreem aantrekkelijke Pfalz D.III had veel te danken aan de ervaring die de fabrikant had opgedaan met de licentieproductie van de LFG Roland D.II voor de Beierse Jasta's aan het begin van 1917. Toen het contract van de Roland eindigde, kon Pfalz zich toeleggen op zijn eigen ontwerp, dat in de zomer van 1917 verscheen. Dit type werd aangedreven door de populaire 119 kW (160-pk) Mercedes D.III lijnmotor. Veel kenmerken van de Pfalz D.II (zoals de evenwijdige vleugel met ribben en scherpe vierkante uiteinden en de half-vrijdragende romp met ovale doorsnede) werden overgenomen en zorgden voor de robuustheid van het basisontwerp. De staart was één geheel met achterromp en de ailerons reageerden accuraat. De bovenste vleugel werd als enkele eenheid gebouwd zonder V-stelling.
De D.III doorstond zijn officiële test in juni 1917 maar de productie kwam traag op gang doordat de nodige vaardigheden nog ontbraken, vooral bij de bouw van de romp. Eind augustus waren slechts drie toestellen aan het front geariveerd. Daarna werd ook de Pfalz D.IIIa in productie genomen. Bij dit type zaten de machinegeweren op de neus (in plaats van te zijn ingebouwd) zodat het onderhoud makkelijker was. Aan het eind van het jaar waren er respectievelijk 276 D.III's en 114 D.IIIa's aan het front. Vanaf die tijd nam het aantal echter weer langzaam af. De totale productie wordt geschat op +/- 1010 toestellen.
Doordat Pfalz financieel werd gesteund door de Beierse regering, was het logisch dat de eerste toestellen naar de Beierse Jasta's gingen die in de zomer van 1917 aan het Beierse leger verbonden waren. Daarna deden de toestellen bij vele andere Jasta's dienst, waaronder enkele Marine Feld Jasta's, hoewel slechts enkele van deze Jasta's exclusief met de Pfalz vlogen. De roemruchte Werner Voss werd eind juli 1917 bij Jasta 10 geplaatst. In zijn D.III scoorde hij vier overwinningen voordat hij overstapte op de Fokker Dr.I driedekker. Hauptmann Paul Bäumer, die erom bekend stond dat hij zijn wielen op de hangar liet stuiteren om ze draaiende te krijgen voordat hij landde en die bij Jasta 2 (onder leiding van Boelcke) diende, zette 43overwinningen op zijn naam. De meeste hiervan maakte hij in de cockpit van de Pfalz D.IIIa jager.