Militaria Wiki
Advertisement
Blohm & Voss BV 40
BV40

Type

Zweefvliegtuig

Land van herkomst

Duitsland
Bouwfirma Blohm & Voss
Ontwerp
Productie (eerste vlucht / In gebruik / in dienst) 1944 / nooit / nooit
Gebruiker(s)
Specificatie

Afmetingen (lengte / spanwijdte / hoogte / vleugeloppervlak) 5,70 m. / 7,90 m. / 1,66 m. / 8,70 m²
Gewicht (leeg / max. startgewicht) 838 kg. / 952 kg.
Motor(en) Geen
Prestaties (snelheid / plafond / bereik) 900 km/u in duikvlucht / 555 km/u achter een sleeptoestel op 6000 m hoogte
Bewapening 2x Rheinmetall Borsig MK 108 30-mm snelvuurkanonnen
Bemanning 1
Gebouwd Prptotypes
Gebruik (Landen)

De Blohm & Voss BV 40 kwam enerzijds voort uit de noodzaak om strategische materialen te besparen, anderzijds uit de behoefte om een wapenplatform te creëren, dat een zo gering mogelijk frontaal oppervlak bezat. Het ontwerpvoorstel werd met enkele andere in het jaar 1943 voorgelegd aan de Reichsluftfahrtministerium van het Duitse Rijk. De ervaring wees uit dat aanvallen van jachtvliegtuigen op de overdag vliegende formaties bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht steeds mer slachtoffers eisten. Het forse frontale oppervlak van de stermotor van de Focke-Wulf Fw-190 vormde bijvoorbeeld een betrekkelijk gemakkelijk te treffen doel voor de luchtschutters van de Boeing B-17 Flying Fortress. Wanneer de motor nu werd weggelaten, zo was de redenering, zou de aanvallende jager van voren af gezien zo goed als onzichtbaar zijn, in ieder geval zeker tot het toestel dichtbij genoeg zou zijn om zelf het vuur te kunnen openen.

Al met al leidde dit tot het concept van een zweefvliegend jachtvliegtuig, dat bewapend was met twee 30-mm kanonnen in de vleugelwortel en dat een zwaar gepantserde cockpitsectie bezat. Het tweewielige onderstel werd na de start afgeworpen, waarna er een halfintrekbare schaats overbleef om op te landen. Het middenstuk van de romp was uit hout geconstrueerd, terwijl het achterstuk, de vleugels, kielvlak en stabilo uit hout waren vervaardigd. De constructie van het zweefvliegtuig was vergeleken met andere toestellen eenvoudig, zodat vaklieden, die geen ervaring hadden in de vliegtuigbouw, het toestel gemakkelijk konden produceren. Verder was het natuurlijk ook een voordeel, dat de vlieger weinig meer onderricht nodig had dan zweefvliegtraining.

De BV 40 zou alleen of in paren door een Messerschmitt Bf-109G omhoog worden gesleept tot een positie boven en vóór de naderende stroom bommenwerpers. De zwevende jagers zouden dan in een duik van 20° van voren aanvallen. Na deze eerste aanval met de kanonnen zou er een tweede aanval volgen met gebruikmaking van een kleine explosieve lading, die aan staaldraad achter de BV 40 werd aangesleept. Het inzetten van laatstgenoemd wapen maakte het echter noodzakelijk dat één van de kanonnen zou komen te vervalen. Daarom werd besloten dit idee te laten rusten. Later werd ook gedacht aan het meedragen van de eerste R4M lucht-luchtraketten.

Er werd een bestelling geplaatst voor negentien prototypen en 200 productietoestellen. Het eerste prototype maakte eind mei 1944 zijn maidenflight achter een Messerschmitt Bf-110. Aan het testprogramma namen zes prototypen deel, dit programma was, toen het project in de herfst van 1944 werd stopgezet, zo goed als voltooid.

Advertisement