Timoney armored vehicle | |
---|---|
Type | Gepantserd personeelsvoertuig |
Land van herkomst | Noord-Ierland |
Bouwfirma | Timoney Technology |
Ontwerp | |
Productie (ontwerp / productie / in dienst) | 1972 / 1973- jaren 80 / 1974- |
Gebruiker(s) | |
Specificatie | |
| |
Afmetingen (lengte / breedte / hoogte) | 5,05 m. / 2,50 m. / 2,06 m. |
Gewicht | 10.700 kg |
Motor(en) | Chrysler V-8 benzinemotor van 134 kW (180 pk). |
Prestaties (snelheid / bereik) | 100 km/u / 700 km. |
Bewapening | 1x 7.62-mm mitrailleur |
Doorwaaddiepte | Amfibisch |
Hellingshoek | 40° |
Verticaal obstakel | 0,4 m. |
Overschrijdend vermogen | 0,5 m. |
Bemanning | 2 + 10 |
Gebouwd | |
Gebruik (Landen) | Noord-Ierland, België, Argentinië, Midden-Oosten, Afrika, Mexico. |
Door de problemen in Noord-Ierland besloot de regering van de Ierse Republiek het leger begin jaren zeventig uit te breiden met 100 tot 200 PIV's. In 1972 gaf het Ierse leger te kennen behoefte te hebben aan een 4x4 pantserinfanterievoertuig dat overal ter wereld ingezet kon worden onder bevel van de VN. De gebroeders Timoney kwamen met een ontwerp en produceerden in 1973 het eerste prototype. Erwaren veel technische problemen met dit prototype, die werden verholpen. Het resultaat was in april 1955 de Mk II, die vervolgens door het Ierse leger werd getest. Na verdere verbeteringen verscheen de Mk III in 1976. Verdere ontwikkelingen leverde de Mk IV, waarvan maar vijf stuks werden gebouwd. Het laatste Timoney-voertuig was de Mk VI, maar ook hiervan werden maar vijf gebouwd.
De romp van de Mk V was een geheel gelaste stalen costructie die bestand was tegen granaatscherven en kogels van handvuurwapens. Het voertuig kon de explosie van een landmijn van 9 kg weerstaan. De chauffeur zat op de hartlijn voorin en had een voorruit en twee zijruiten. Er waren drie deuren in het voertuig, een in elke zijkant en een aan de achterkant. De motorruimte was achter de chauffeur, met luchtrooster in het dak. Er was een handbediende mitrailleurkoepel met een enkele 7.62-mm mitrailleur midden op het dak. De troepenruimte was achterin en er was ruimte voor tien man. Het voertuig was helemaal amfibisch en gebruikte zijn wielen als aandrijving in het water.
Het Belgische bedrijf Beherman-Demoen wist in 1976 een licentie te krijgen voor de bouw van het PIV. Hun BDX-pantserinfanterievoertuig ging in 1982 in productie. In totaal bouwden ze er 123 van: 43 voor de Belgische luchtmacht en 80 voor de politie. Vickers kocht het ontwerp toen en ontwikkelde de Valkyr verder, maar wist er geen te verkopen.